Waterkeringen
Voorkomen is beter dan genezen. Omdat Nederland voor 26% onder de zeespiegel ligt heeft men waterkeringen aangelegd. Deze waterkeringen beschermen ons tegen het water om ons heen.
Er bestaan twee soorten waterkeringen: de primaire- en de regionale (secundaire) keringen. De primaire keringen beschermen Nederland tegen overstromingen door de Waddenzee, de Noordzee, het IJsselmeer en de grote rivieren. Hierbij zijn vooral de gebieden waar een waterramp veel slachtoffers zou maken of veel economische schade aan zou richten goed beschermd.
Primaire waterkeringen bestaan vooral uit dijken, alleen bij de Noordzeekust voornamelijk uit duinen. Om deze duinen voldoende in stand te houden wordt gebruik gemaakt van zandsuppleties. Hierbij spuit men zand in de zee wat dan door het water naar het strand wordt gebracht en vervolgens met de wind in de duinen komt en het zo versterkt.
Maar naast dijken en duinen zijn er ook dammen, sluizen en enkele andere bouwwerken zoals stormvloedkeringen.
Regionale (secundaire) keringen beschermen Nederland juist tegen overstroming van het binnenwater. Je zou kunnen zeggen dat regionale keringen alle waterkeringen behalve de primaire waterkeringen zijn. Vaak liggen zij ook binnen een dijkring gevormd door de primaire waterkeringen. Je hebt verschillende soorten regionale keringen:
Er bestaan twee soorten waterkeringen: de primaire- en de regionale (secundaire) keringen. De primaire keringen beschermen Nederland tegen overstromingen door de Waddenzee, de Noordzee, het IJsselmeer en de grote rivieren. Hierbij zijn vooral de gebieden waar een waterramp veel slachtoffers zou maken of veel economische schade aan zou richten goed beschermd.
Primaire waterkeringen bestaan vooral uit dijken, alleen bij de Noordzeekust voornamelijk uit duinen. Om deze duinen voldoende in stand te houden wordt gebruik gemaakt van zandsuppleties. Hierbij spuit men zand in de zee wat dan door het water naar het strand wordt gebracht en vervolgens met de wind in de duinen komt en het zo versterkt.
Maar naast dijken en duinen zijn er ook dammen, sluizen en enkele andere bouwwerken zoals stormvloedkeringen.
Regionale (secundaire) keringen beschermen Nederland juist tegen overstroming van het binnenwater. Je zou kunnen zeggen dat regionale keringen alle waterkeringen behalve de primaire waterkeringen zijn. Vaak liggen zij ook binnen een dijkring gevormd door de primaire waterkeringen. Je hebt verschillende soorten regionale keringen:
- Een (kanaal)dijk met een lokaal of regionaal karakter.
- Een boezemkade: een langs een boezem, een tijdelijke opslagplaats voor overtollig polderwater, gelegen dijk die moet voorkomen dat bij een hoog waterpeil het water het land binnenstroomt.
- Een polderscheiding: een kade tussen twee polders
- Een landscheiding: een kade tussen twee stukken land