Dijken, duinen en terpen
Terpen
Doordat gebieden steeds overstroomden ontstonden er rond 500 v. Chr. de eerste terpen. Terpen zijn een soort kunstmatige heuvels, eerst werden er huizen op gebouwd en later zelfs hele dorpen. Wanneer het water hoog komt te staan hebben de huizen een droge plek. Terpen zijn een van de eerste uitvindingen om mens en land te beschermen tegen het gevaar van het water. Rond 1200 begon de dijkenbouw en stopte men met terpen maken, dijken bleken een betere bescherming tegen het water.
Dijken
Een dijk is een waterkerende constructie, en is dan ook een soort waterkering. In feite is een dijk een verhoging liggend in de nabijheid van water om het land erachter te beschermen tegen een overstroming. De eerste dijken zijn waarschijnlijk in de 11e eeuw aangelegd. Er wordt dus al 10 eeuwen gewerkt om ons land zo goed mogelijk te beschermen tegen het water om ons heen.
In de afbeelding hiernaast kunt u zien dat er twee soorten dijken zijn; winterdijken en zomerdijken. In de zomer staat het water lager, alleen in het zomerbed, als er dan veel neerslag is, zijn de lage zomerdijken voldoende om te zorgen dat het land niet overstroomt. Daarachter bevinden zich de uiterwaarden deze kunnen bij hoog water overstromen. De winterdijk zorgt ervoor dat het binnendijks gebied niet overstroomt, dit is het gebied achter de dijken waar de mensen wonen. Maar toch zijn deze dijken alleen niet genoeg om het land te beschermen tegen al het water. Wij zullen hieronder nog enkele maatregelen kort uitwerken.
Aanleg van dijken
De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de aanleg van dijken, zij investeert hier dan ook in. Een project, zoals de versteviging van één dijk, kost al snel 10 miljoen. Voor hele grote projecten, zoals de aanleg van een nevengeul, wordt al snel 100 miljoen uitgetrokken. Deze bedragen zijn enorm maar het is belangrijk te bedenken dat de schade die anders zou worden aangericht snel in de miljarden kan lopen. Daarbij zouden er ook mensen om kunnen komen, een mensenleven is natuurlijk van ontelbare waarde. Als in een gebied één dijkring het begeeft kunnen er honderden mensen omkomen en kan er voor miljarden aan materiële schade aangericht worden. Een voorbeeld hiervan is de stad Zwolle. Als daar de dijkring doorbreekt die de stad beschermt, komen er naar schatting 600 mensen om en is er voor 12 miljard aan materiële schade.
Daarom kiest men er voor om veel sterke dijken aan te leggen. Deze dijken worden niet in één keer aangelegd, maar in meerdere stappen. Als de plek waar de dijk komt te staan is gekozen wordt eerst de niet draagkrachtige grond weggegraven. Dit is grond die niet sterk genoeg is om een dijk te ondersteunen. Vervolgens wordt dit gat opgevuld met een mix van zand en klei. Deze mix wordt ook gebruikt om de uiteindelijke dijk te bouwen. Men legt deze mix laag voor laag aan en laat het daarna ongeveer een dag rusten zodat het een stevige ondergrond is voor de volgende laag. Er wordt per keer ongeveer een laag van 80cm aangelegd.
Pas als de nieuwe dijk voltooid is kan een eventuele oude dijk worden afgebroken.
Doordat gebieden steeds overstroomden ontstonden er rond 500 v. Chr. de eerste terpen. Terpen zijn een soort kunstmatige heuvels, eerst werden er huizen op gebouwd en later zelfs hele dorpen. Wanneer het water hoog komt te staan hebben de huizen een droge plek. Terpen zijn een van de eerste uitvindingen om mens en land te beschermen tegen het gevaar van het water. Rond 1200 begon de dijkenbouw en stopte men met terpen maken, dijken bleken een betere bescherming tegen het water.
Dijken
Een dijk is een waterkerende constructie, en is dan ook een soort waterkering. In feite is een dijk een verhoging liggend in de nabijheid van water om het land erachter te beschermen tegen een overstroming. De eerste dijken zijn waarschijnlijk in de 11e eeuw aangelegd. Er wordt dus al 10 eeuwen gewerkt om ons land zo goed mogelijk te beschermen tegen het water om ons heen.
In de afbeelding hiernaast kunt u zien dat er twee soorten dijken zijn; winterdijken en zomerdijken. In de zomer staat het water lager, alleen in het zomerbed, als er dan veel neerslag is, zijn de lage zomerdijken voldoende om te zorgen dat het land niet overstroomt. Daarachter bevinden zich de uiterwaarden deze kunnen bij hoog water overstromen. De winterdijk zorgt ervoor dat het binnendijks gebied niet overstroomt, dit is het gebied achter de dijken waar de mensen wonen. Maar toch zijn deze dijken alleen niet genoeg om het land te beschermen tegen al het water. Wij zullen hieronder nog enkele maatregelen kort uitwerken.
- Dijken verhogen. Men moet de dijken verhogen omdat door de bedijking de rivier alleen tussen de winterdijken het sediment kwijt kan. Hierdoor wordt zowel de grond als het water hoger en komt het water dus ook hoger te liggen.
- Men heeft ook noodverloopgebieden aangelegd. Dit zijn gebieden die bij een hoog waterpeil gecontroleerd onder water gezet kunnen worden om het water te bergen.
- Daarnaast zijn er ook kribben geplaatst in de rivier zelf. Deze zorgen dat het water sneller stroomt en er minder sedimentatie optreedt. Deze kribben zorgen wel dat er bij een hoog waterpeil de rivier sneller te hoog staat. Daarom heeft men er later voor gekozen de kribben weer te verlagen.
- Men heeft nevengeulen aangelegd. Deze soort kleine zijrivieren in de uiterwaarden zorgen dat het water van de rivier beter weg kan stromen.
- Het verbreden en verdiepen van de uiterwaarden. Hierdoor is er meer ruimte om water te bergen als het water over de zomerdijk heen komt.
Aanleg van dijken
De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de aanleg van dijken, zij investeert hier dan ook in. Een project, zoals de versteviging van één dijk, kost al snel 10 miljoen. Voor hele grote projecten, zoals de aanleg van een nevengeul, wordt al snel 100 miljoen uitgetrokken. Deze bedragen zijn enorm maar het is belangrijk te bedenken dat de schade die anders zou worden aangericht snel in de miljarden kan lopen. Daarbij zouden er ook mensen om kunnen komen, een mensenleven is natuurlijk van ontelbare waarde. Als in een gebied één dijkring het begeeft kunnen er honderden mensen omkomen en kan er voor miljarden aan materiële schade aangericht worden. Een voorbeeld hiervan is de stad Zwolle. Als daar de dijkring doorbreekt die de stad beschermt, komen er naar schatting 600 mensen om en is er voor 12 miljard aan materiële schade.
Daarom kiest men er voor om veel sterke dijken aan te leggen. Deze dijken worden niet in één keer aangelegd, maar in meerdere stappen. Als de plek waar de dijk komt te staan is gekozen wordt eerst de niet draagkrachtige grond weggegraven. Dit is grond die niet sterk genoeg is om een dijk te ondersteunen. Vervolgens wordt dit gat opgevuld met een mix van zand en klei. Deze mix wordt ook gebruikt om de uiteindelijke dijk te bouwen. Men legt deze mix laag voor laag aan en laat het daarna ongeveer een dag rusten zodat het een stevige ondergrond is voor de volgende laag. Er wordt per keer ongeveer een laag van 80cm aangelegd.
Pas als de nieuwe dijk voltooid is kan een eventuele oude dijk worden afgebroken.